Moeder, vader, partner, ex. Hoeveel relaties heb jij?
Partner en kinderen
Stel: ik ben getrouwd. Ik woon samen of ik heb een lat-relatie. In ieder geval heb ik een partner.
We hebben een partnerrelatie.
Stel: we hebben een kind. We zijn vader-moeder, moeder-moeder of vader-vader. Dat is een ander soort relatie dan de partnerrelatie. Wij zijn de ouders van ons kind, we hebben een ouderrelatie.
Met ons kind hebben we, allebei op onze eigen manier, een ouder-kindrelatie.
En als we samen meer kinderen hebben, zijn er vanzelfsprekend meer ouder-kindrelaties.
Maar er is nog meer.Lees verder →
18 jaar moeder; dit is het belangrijkste wat ik geleerd heb
Hoe het begon
De dag na 8 maart, Vrouwendag, werd om 15.15 uur Alissa geboren. Een zonnige dag, waarop ons leven veranderde, terwijl de rest van de wereld gewoon zijn gang ging. ‘Een nieuwe lente, een nieuw begin’ stond er op het geboortekaartje. Dat was 1999.
Vandaag
Vandaag vieren we haar 18e verjaardag. Met 18 kaarsjes op 18 slagroomsoesjes, 18 tulpen waaraan 18 kaartjes hangen met typerende eigenschappen van haar. En nog een paar cadeautjes, waaronder de felbegeerde fles Hugo, haar eerste legale drankje met alcohol.
Tussendoor
In die 18 jaar heb ik ervaren Lees verder →
Min 3 graden, natte haren en naveltruitje. Eigenwijs!
Natte haren
Daar gaat ze, puberdochter. Op de fiets in de vrieskou. Net onder de douche vandaan, met nog natte haren. Föhnen is geen optie, want dan gaat het kroezen, en ‘dat ziet er ECHT niet uit, mam!’ Vanzelf laten drogen is geen optie, want ze is (natuurlijk) al te laat. Een muts op haar hoofd is geen optie, want dat is het STOMSTE wat er is.
Naveltruitje
En dan heb ik het nog niet over
Rót oma!
Zijn ze er al?
Snel naar huis! Opa en oma zijn er misschien al, helemaal op de brommer gekomen uit het dorp 20 kilometer verderop. Dat doen ze altijd als er iemand van ons jarig is. Ik verheug me erop hen te zien: opa met zijn borreltje en de sigaar die je al ruikt vóór je binnen bent, en oma achter een advocaatje met slagroom. Ze nemen altijd wat lekkers mee voor mij en mijn drie jongere zusjes.
Ze zijn er!
Ja, de brommer staat er, opa en oma zijn er! Mijn hart maakt vrolijke sprongetjes, en in mijn buik dansen de vlinders van opwinding. Ik vlieg naar binnen en zie mijn zusjes aan de keukentafel zitten. Ze sabbelen gelukzalig aan een sinaasappellolly. ‘Van oma gekregen!’ Ik kijk er verlekkerd naar en proef in gedachten de kleverige, zoete sinaasappelsmaak.
Mag ik er ook een?
Door de kamerdeur glip ik naar binnen. Opa praat met papa, en oma lepelt van haar advocaatje met slagroom. Ze zet het glaasje neer en begroet me met twee stevige zoenen. Opa wrijft zijn prikkende stoppelwang tegen de mijne. Au, dat lijken wel scherpe spelden!
Terwijl de grote mensen doorgaan met hun gesprek, hip ik aarzelend van de ene op de andere voet. Zal ik het vragen? Nee, dat durf ik niet. Maar straks vergeet oma het! Nou, oké dan. ‘Oma….oma, mag ik ook een lolly?’
Laat mij zijn wie ik ben…..
De zon, de maan, de sterren hoog,
een onweerswolk, een regenboog.
Een doornige distel, een klavertje vier,
woeste golven, een kalme rivier.
Een vrolijke vlinder, een bokkig geitje,
een stampende beer, een bezig bijtje.
Een stil muisje met een zachte vacht…..
Dát is wie ik ben, en dat is mijn kracht!
(door Marga van Holsteijn)
Wie is jouw kind?
Het stille muisje of dat bokkige geitje?
De donkere onweerswolk of die kalme rivier?
Misschien wel afwisselend allemaal.
Lees verder →
Je moet wel lachen hoor!
Als je zó kijkt maak ik geen foto!
‘Ik ga een foto van je maken. Even kijken naar mama. En lachen hè. Toe nou, doe eens even gezellig. Nee, dat is geen lachen. Als je zó kijkt dan maak ik geen foto hoor!’
En wat doet je kind? Grote kans dat hij toch gaat lachen. Niet omdat hij zo blij is, maar omdat hij aan jouw verwachting wil voldoen. Hij wil jou blij maken. Want diep in zijn hart is hij bang dat je teleurgesteld zal zijn. En zijn grootste angst is dat je dan niet meer van hem houdt.
Soms ook gooit een kind zijn kont tegen de kribbe en vertikt het om te lachen. Hij is namelijk helemaal niet vrolijk, dus waarom zou hij moeten lachen? Dan maar geen foto.
Mijn eigen foto’s
Ik was nieuwsgierig naar foto’s die ik zelf gemaakt had van mijn dochter.Lees verder →
Ik ga gillen!
Doodmoe en chagrijnig kom ik thuis. Ik doe de deur open en denk grimmig: ‘Als er nu iemand iets bepaalds zegt, dan ga ik gillen!’
Die ‘iemand’ is in dit geval man of dochter. En dat ‘bepaalds’ zou kunnen zijn:
‘Mam, je zou toch mijn sportkleren wassen!
En heb je geen cola en chips gekocht?’
of:
‘Goh, wat ben je laat zeg!
Het is toch jouw beurt om te koken?!’
Ik zet me schrap voor de confrontatie. Ze zullen het weten! Ik ga gillen, met iets gooien of de deur dicht smijten.
Ik weet het beter……
Laatst hoorde ik een moeder tegen haar dochter van een jaar of 10 zeggen, terwijl ze een terras opliepen: ‘Waar zullen we gaan zitten? Jij mag kiezen’. Het meisje wees naar een klein tafeltje. Moeder:’ Nee daar niet, die tafel is zo klein’.’ Dan de tafel bij de boom!’, zei het meisje. Moeder aarzelde en zei resoluut: ’Nee, laten we maar binnen gaan zitten, daar is het warmer’.
Ik was die moeder niet, maar ik had het kunnen zijn……
Vorige week ving ik een flard op van een gesprek van een moeder met Lees verder →
Was de vakantie maar voorbij!
Kinderen die klagen dat het regent,
kinderen die zeuren dat het te warm is,
kinderen die teveel energie hebben,
kinderen die alleen maar ‘hangen’,
kinderen die ruzie maken,
kinderen die de kat plagen,
kinderen die niet willen slapen, Lees verder →
Wat een demente mevrouw mij leerde over opvoeden
Flinke tegenwind. En dat bijna een uur lang. Geen wonder dat ik hijgend mijn fiets in het fietsenrek zet. En als ik geen tegenwind heb, dan heb ik wel haast. Dus eigenlijk kom ik altijd hijgend of moe bij het verpleeghuis aan, waar ik elke twee weken een bezoek breng aan Mevrouw.
Mevrouw is dement. Zij zit in een rolstoel, ze praat niet meer en het is maar de vraag of ze me herkent. Toch leert ze mij onbewust de meest wijze lessen van het leven. Lees verder →