Flinke tegenwind. En dat bijna een uur lang. Geen wonder dat ik hijgend mijn fiets in het fietsenrek zet. En als ik geen tegenwind heb, dan heb ik wel haast. Dus eigenlijk kom ik altijd hijgend of moe bij het verpleeghuis aan, waar ik elke twee weken een bezoek breng aan Mevrouw.
Mevrouw is dement. Zij zit in een rolstoel, ze praat niet meer en het is maar de vraag of ze me herkent. Toch leert ze mij onbewust de meest wijze lessen van het leven.
We doen niet veel
Bij mooi weer wandelen we een rondje door de wijk of het park. Of we drinken koffie in het restaurant beneden. Een gesprek? Dat kan niet meer. Maar ik lees voor uit de krant, daar is ze dol op. Ook al begrijpt ze niets van wat ik lees, ze vindt het fijn om mijn stem te horen en samen te zijn (tenminste, dat denk ik). En ze geniet erg van een aanraking. Lekkere crème op haar handen en smeren maar. Ze pakt mijn hand stevig vast en laat hem voorlopig niet los. Hele simpele dingen, bijna elke week hetzelfde. Toch vóelt het niet elke week hetzelfde.
Als ik me niet lekker voel, als ik haast heb, als ik een belangrijk telefoontje verwacht, dan bén ik er niet echt. En dat voelt Mevrouw. Ze gaat wiebelen met haar voeten, ze draait onrustig rond, ze heeft een schichtige blik in haar ogen.
Maar als ik ontspannen en rustig ben, als ik alle tijd heb, als ik mijn volledige aandacht op haar richt, dan zie ik dat ook in háár terug. Ze krijgt een zachte trek in haar gezicht, haar ogen zijn rustig en haar handen ontspannen.
Gek genoeg kom ik bij haar tot rust. Ik hoef me niet beter voor te doen dan ik ben, ik hoef niet aan mijn haar of mijn kleding te denken. Het gaat niet om de buitenkant. Ik pas mijn tempo aan haar aan, ik sluit aan bij haar interesses. Dan zie ik haar écht. Het gaat om het contact van hart tot hart. Dan is er verbinding.
En laat dat nou net datgene zijn, waar het bij Dochter ook om gaat: verbinding!
Ook al luistert die lieve puber niet, ook al gaat ze haar eigen gang, ook al zoekt ze ruzie, uiteindelijk heeft ze altijd behoefte aan verbinding.
Dus probeer ik te doen wat ik van mijn bezoekjes aan Mevrouw geleerd heb
Vertragen, een stapje langzamer gaan, ademhalen en ontspannen, werkelijk kijken en luisteren. En zoeken naar haar ‘taal’. De taal waarin we elkaar kunnen vinden. De taal van aanraken, attenties, dienstbaar zijn, samen iets doen of iets liefs zeggen. Eén (of meer) van de 5 liefdestalen.
Heb je het gratis ebook ‘Spreek de taal van je kind’ al gelezen?
Nee, echt niet? Je kunt het boek hier downloaden. Had je dat al een keer gedaan en ben je het kwijt? Helaas kun je het dan niet nogmaals via de website aanvragen. Maar stuur me een bericht, dan krijg je de link snel van mij via de mail.
Anja van der Vlist-Pluut zegt
wat een mooi verhaal! dank je wel
Anja
Marga van Holsteijn zegt
Hallo Anja, dank voor je reactie. Fijn dat je het mooi vindt.
Wat schrijf je toch mooi beeldend, kan het zo invoelen. Dank je wel voor je mooie brief en delen!- ik ga ook vertragen om meer in verbinding te komen met mijn puberzoon en al een beetje volwassen, maar nog niet helemaal- zoon!
Hoi Esther,
Bedankt voor je compliment. Wens je een fijne zomer vol verbondenheid met die twee knullen!
Wat een treffend verhaal. De kern waar het om draait bij contact hebben met dementerende mensen staat mooi en simpel verwoord.
Met groet, Helma
Dank je Helma. Dat is de essentie: contact van hart tot hart!